Zoals elke avond zitten de Regenbooglanders (dat zijn de inwoners van Regenboogland), gezellig in hun huisjes, hoog in de bomen. Het is donker buiten, binnen steken ze lichtjes aan en vertellen ze spannende verhalen.
Verhalen over draken, vulkanen, trollen en over hun geliefde koning. Die draagt een regenboog als kroon.
Maar het verhaal dat ze het liefst vertellen gaat over een avontuur dat ze zelf beleefd hebben.
Dat verhaal begint op een mooie lenteochtend.
Poes Lapje lag lekker te spinnen op haar kussentje.
Lapje was prachtig gekleurd, net als de andere dieren in regenboogland. Die kleuren krijgen ze van hun koning.
Zijn regenboogkroon zet heel het land in schitterende kleuren.
Zo mooi, dat kan je bijna niet geloven!
Maar die ochtend leek het wel of de kleuren minder fel waren.
Poes Lapje was nog mooi gekleurd, maar alles rond haar werd grijs!
Tegen de middag waren alle kleuren verdwenen.
De Regenbooglanders keken vol verbazing rond, ze begrepen er niets van.
"Kom, we gaan naar Koning Regenboog. Hij zal wel weten wat er aan de hand is", zei de schoenmaker.
Toen ze bij de koning aankwamen, zagen ze wat er gebeurd was.
De regenboogkroon was verdwenen!
2 dagen en 2 nachten hebben ze gejammerd en geweend.
Op de ochtend van de 3de dag sprak Raf de wijze woorden:
“Wij moeten de regenboog gaan zoeken!”
“Ja!”, riep Renée, "ik ga mee!”
“Wij gaan allemaal mee!” riepen de andere bewoners.
En zo gebeurde het dat 24 dappere kinderen begonnen aan een avontuurlijke tocht.
Fien, Ella, Aimée, Lize, Eef, Noya, Kaat, die andere Fien, Wannes, Ferre, Louise, Elise, Seth, Hanne, Lucie, Femke, Yena, Lien, Lot, Inès, Raf, Renée, Amber en Jarne trokken hun, (nog steeds gekleurde,) manteltjes aan en vertrokken.
Het was een mooi gezicht, die huppelende meisjes en jongens in dat kleurloze landschap.
De tocht duurde lang. Het was grijs en het werd steeds kouder. Ze moesten hun warmste kleren aantrekken. En toen ging het ook nog sneeuwen.
Verhalen over draken, vulkanen, trollen en over hun geliefde koning. Die draagt een regenboog als kroon.
Maar het verhaal dat ze het liefst vertellen gaat over een avontuur dat ze zelf beleefd hebben.
Dat verhaal begint op een mooie lenteochtend.
Poes Lapje lag lekker te spinnen op haar kussentje.
Lapje was prachtig gekleurd, net als de andere dieren in regenboogland. Die kleuren krijgen ze van hun koning.
Zijn regenboogkroon zet heel het land in schitterende kleuren.
Zo mooi, dat kan je bijna niet geloven!
Maar die ochtend leek het wel of de kleuren minder fel waren.
Poes Lapje was nog mooi gekleurd, maar alles rond haar werd grijs!
Tegen de middag waren alle kleuren verdwenen.
De Regenbooglanders keken vol verbazing rond, ze begrepen er niets van.
"Kom, we gaan naar Koning Regenboog. Hij zal wel weten wat er aan de hand is", zei de schoenmaker.
Toen ze bij de koning aankwamen, zagen ze wat er gebeurd was.
De regenboogkroon was verdwenen!
2 dagen en 2 nachten hebben ze gejammerd en geweend.
Op de ochtend van de 3de dag sprak Raf de wijze woorden:
“Wij moeten de regenboog gaan zoeken!”
“Ja!”, riep Renée, "ik ga mee!”
“Wij gaan allemaal mee!” riepen de andere bewoners.
En zo gebeurde het dat 24 dappere kinderen begonnen aan een avontuurlijke tocht.
Fien, Ella, Aimée, Lize, Eef, Noya, Kaat, die andere Fien, Wannes, Ferre, Louise, Elise, Seth, Hanne, Lucie, Femke, Yena, Lien, Lot, Inès, Raf, Renée, Amber en Jarne trokken hun, (nog steeds gekleurde,) manteltjes aan en vertrokken.
Het was een mooi gezicht, die huppelende meisjes en jongens in dat kleurloze landschap.
De tocht duurde lang. Het was grijs en het werd steeds kouder. Ze moesten hun warmste kleren aantrekken. En toen ging het ook nog sneeuwen.